Zelfdeterminatietheorie
Een hele belangrijke motivatietheorie binnen de psychologie is de zelfdeterminatietheorie (ZDT). Deze theorie gaat in op de manier op hoe onze intentie bekrachtigd wordt. Een belangrijk uitgangspunt binnen deze theorie is dat mensen van nature streven naar persoonlijke groei en de sociale context deze groei kan stimuleren of dwarsbomen [1,2].
Dit artikel bevat 9 referenties naar wetenschappelijke onderzoeken.
Auteur: Leefstijlcoach
Gepubliceerd: 30 maart 2021
Laatste update: 16 november 2023
Drie basisbehoeften
Allereerst hebben we drie psychologische basisbehoeften, die je kunt zien als de voedingsstoffen voor persoonlijke groei. Wanneer we deze behoeftes kunnen bevredigen leidt dit vaak tot een betere mentale welzijn en gezondheid.
Behoefte aan autonomie
De behoefte aan autonomie gaat over dat iemand zelf het gevoel heeft regie te voeren over zijn leven. Werknemers voelen zich bijvoorbeeld autonoom als ze zelf keuzes kunnen maken in hoe ze hun werk uitvoeren of tijd in kunnen delen. Ook kan iemand zich autonoom voelen als de leidinggevende hem of haar een taak geeft, maar dan is het wel belangrijk dat de relevantie duidelijk is. Soms wordt autonomie verward met individualisering maar dat betekent wat anders.
In de context van afvallen is een autonome motivatie ook heel belangrijk om het vol te kunnen houden en voor een gezonde relatie met eten. De motivatie is dan gekoppeld aan persoonlijke waarden. Zoals gezondheid of persoonlijke groei.
Voorbeelden bij afvallen:
- Een autonome beslissing is: ik val af, omdat ik het belangrijk vind voor mijn gezondheid. Ik hoop over 10 jaar ook nog te kunnen wandelen in de bergen van Oostenrijk.
- Een niet-autonome beslissing is: Ik val af, omdat ik het ‘moet’ van mijn huisarts en partner.
Behoefte aan competentie
We willen graag ergens goed in zijn en progressie boeken. De behoefte aan competentie gaat bijvoorbeeld over de gedragingen doen waar je een talent voor hebt en hiermee impact kunt maken op de wereld. Je doet bijvoorbeeld een baan wat bij je past en waar je iets mee kan betekenen voor anderen.
Bij afvallen is het bijvoorbeeld belangrijk om de klant vaardigheden te laten ontwikkelen die nodig zijn om af te vallen en later op gewicht te blijven. Dit doe je door haalbare en uitdagende doelen.
Deze basisbehoefte heeft veel overlap met het concept zelfeffectiviteit. Zelfeffectiviteit heeft betrekking op het geloof in dat je een specifieke gedraging succesvol kan uitvoeren en is een belangrijk begrip binnen de sociaal-cognitie theorie. Meer over de sociaal-cognitie theorie lees je hier.
Behoefte aan sociale verbondenheid
De laatste behoefte is ook heel belangrijk. We zijn als mens sociale dieren en vinden we het fijn om onderdeel uit te maken van een groep. Het is prettig als iemand om je geeft en mensen oprecht geïnteresseerd in je zijn. Stimuleer je klant daarom om zich aan te melden bij een groep waarbij de leden elkaar steunen en motiveren [2].
Type van motivatie
Daarnaast wordt in binnen dit model onderscheid gemaakt in extrinsieke en intrinsieke motivatie. Bij intrinsieke motivatie levert de handeling zelf plezier op. Je vindt het bijvoorbeeld leuk om te tekenen of te voetballen. De mate van hoe leuk je de activiteit vindt hangt af van hoe belangrijk de bovenliggende psychologische behoeften voor jou zijn. En in hoeverre de activiteit deze bevredigen.
Bij extrinsieke motivatie, is de handeling een middel om bepaalde doelen te bereiken. Binnen extrinsieke motivatie zijn een aantal vormen te onderscheiden [3]. Deze worden hieronder uitgelegd.
- Het gedrag wordt extern gereguleerd. Bij deze vorm van motivatie worden de basisbehoeften het minst bevredigd. Je voert een handeling uit om een straf te vermijden of een beloning te verkrijgen. Deze beloning of straf kun je alleen van anderen krijgen. Oftewel de motivatie is van buiten opgelegd. Je valt bijvoorbeeld af omdat het van je partner moet.
- De tweede vorm van extrinsieke motivatie is introjected regulatie. Nu wordt het gedrag door jezelf opgelegd, maar wel vaak op een dwingende en gecontroleerde manier. Je sport bijvoorbeeld om goedkeuring van anderen of om te voldoen aan een bepaald (onrealistisch) schoonheidsideaal. Sla je een keer een sessie over, dan voel je je schuldig. Of ben je gestopt met afvallen, omdat je het niet vol kon houden, dan schaam je je. Ook hier geldt dat succes en falen nog steeds wordt bepaald in hoeverre jij voldoet aan bepaalde verwachtingen die buiten jezelf liggen. De mate van autonomie is daarom vaak laag.
- Geïdentificeerde regulatie: Je doet iets bijvoorbeeld omdat het goed is voor je gezondheid. Deze vorm van externe motivatie is veel meer geïnternaliseerd. Oftewel het komt meer vanuit jezelf.
- De meest geïnternaliseerde vorm van extrinsieke motivatie is geïntegreerde regulatie. Bij deze vorm van motivatie komt de bekrachtiging volledig vanuit jezelf en je hebt het gevoel dat alle drie de basisbehoeften bevredigd worden. Het doel sluit aan op wie je bent.
Compensatiegedrag
Wanneer deze drie basisbehoeften niet of te weinig worden bevredigd kan iemand hiervoor gaan compenseren. In het Engels noem je dit ‘need substitutes’ [2]. Dit uit zich vaak in dat je naar de buitenwereld wil laten zien dat je wel genoeg waard bent. Een voorbeeld is wanneer iemand zijn of haar eigenwaarde laat afhangen van het uiterlijk of sociale status en daar heel veel aandacht aan besteed.
Je kunt dit meestal herkennen aan dat de klant vaak rigide gedachten en gedragspatronen heeft. Zoals te hoge eisen aan jezelf stellen, zwart-wit-denken en jezelf veroordelen. In de context van eetgedrag komen vaak gedachten voorbij als: ik mag het niet fout doen, of koolhydraten zijn slecht en die moet ik niet eten en ik moet een halve kilogram per week afvallen etc. Ook ben je vaak niet goed in staat om flexibel met eten om te gaan en een kleine afwijking van je eetregels leidt al snel tot een (intense) schuldgevoel.
Het is goed om hier tijdens de coaching aandacht aan te besteden als je merkt dat een klant last heeft van zwart/wit denken. Je kunt de gedachten van de klant uitdagen. Als een klant bijvoorbeeld de overtuiging heeft van ‘ik mag geen fouten maken’ kun je hierop doorvragen. Wat zijn de redenen dat je geen fouten mag maken? Een andere vraag die hier goed bij kan helpen is “stel iemand waarvan je houdt maakt een fout, wat zou je dan over hem of haar denken?” Vaak gaat de klant dan inzien dat hij/zij onredelijk naar zichzelf is.
Onderzoek naar SDT op een gezonde leefstijl
Door de jaren heen is er veel onderzoek gedaan naar deze theorie. Verschillende studies laten zien dat mensen die afvallen vanuit autonome motivatie veel vaker een gezonde relatie met eten hebben. Ook helpt deze mindset om het afvallen beter vol te houden en verkleint het risico om nadertijd terug te vallen [4][5][6][7].
Onderzoek naar motivatie om te leren bij studenten
Meerdere onderzoekspublicaties ondersteunen de zelfdeterminatietheorie en de impact ervan op de motivatie van leerlingen, zowel online als in het fysieke klaslokaal. Een meta-analyse uit 2020 onderzocht 265 onderzoeken en concludeerde dat “het ondersteunen van ZDT, autonomie, competentie en verbinding sterk gecorreleerd was met autonome motivatie van studenten” [9].
Kritiek op het model
Een belangrijke kanttekening bij dit model is bijvoorbeeld waarom specifiek de keuze is gemaakt voor de drie eerder genoemde basisbehoeften. Hier is geen onderbouwing voor te vinden [8]. Ten tweede kunnen intrinsieke en extrinsieke motivatie ook samengaan. Je kunt iets bijvoorbeeld doen omdat je het interessant vindt en omdat je graag een compliment wil van je vrienden. Ten slotte is deze theorie vrij passief. Het zegt bijvoorbeeld weinig over hoe ons denken en leren van invloed is op motivatie.
Wat is de relevantie van dit model?
Het is belangrijk om stil te staan bij de drijfveren van de klant en samen op zoek te gaan hoe de motivatie meer autonoom gereguleerd kan worden. Dit doe je onder andere door de klant zelf beslissingen te laten maken en de zelfeffectiviteit te versterken. Een goede manier van coachen die hierop aansluit is motiverende gespreksvoering.