Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH)
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is een richtlijn die aangeeft hoeveel van een bepaalde voedingsstof gemiddeld nodig is voor de dagelijkse voeding van een individu. De vaststelling van de ADH is gebaseerd op verschillende bevolkingsgroepen, aangezien de voedingsbehoeften tussen mannen, vrouwen, kinderen, en andere demografische groepen significant kunnen variëren.
Dit artikel bevat 6 referenties naar wetenschappelijke onderzoeken.
Auteur: Sportdiëtiste & personal coach
Gepubliceerd: 27 januari 2015
Laatste update: 29 februari 2024
Inhoudsopgave
Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH)?
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) geeft aan hoeveel iemand van een bepaalde voedingsstof dagelijks nodig heeft. De ADH wordt opgesteld voor verschillende bevolkingsgroepen. Dit komt doordat de behoefte tussen mannen, vrouwen en kinderen sterk kan verschillen. De dagelijkse behoefte verschilt ook tussen personen, door bijvoorbeeld een verschil in gewicht. Daarom is er een ruime marge ingebouwd voor de ADH. Ook kunnen verschillende landen kunnen verschillende normen hebben opgesteld. Dit kan komen door verschillende eetgewoontes of toegepaste marges bij de bepaling van de ADH. Over het algemeen zijn de adviezen in Europa eenduidig.
Verschillende voedingsnormen
In Nederland worden de voedingsnormen opgesteld door de Gezondheidsraad. Zij doen aanbevelingen over de hoeveelheid voedingsstoffen die gezonde mensen nodig hebben, zoals vitamines en mineralen. De bekendste voedingsnorm is de zogenaamde aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Er zijn meerdere voedingsnormen, zoals de adequate inname (AI) en de aanvaardbare bovengrens. Het doel van deze voedingsnormen is allereerst om mensen voor een tekort te behoeden. Voedingsstoffen zijn namelijk essentieel om verschillende processen in het lichaam op peil te houden. Tegenwoordig komen tekorten minder voor dan vroeger. Maar er is juist wel meer sprake van chronische ziekten. Dit is de reden dat bij het vaststellen van de voedingsnormen ook wordt gekeken naar de relatie tussen de inname van voedingsstoffen en het voorkomen van chronische ziekten.
De daadwerkelijke behoefte aan voedingsstoffen verschilt per persoon. De voedingsnormen zijn dan ook slechts een algemene aanbeveling. Wel is voor de meeste mensen de werkelijke behoefte láger dan de aanbeveling [1][2].
Wat beïnvloedt de ADH?
- geslacht,
- leeftijd,
- en activiteitsniveau spelen een belangrijke rol bij het bepalen van deze behoeften.
De ADH houdt rekening met individuele verschillen, zoals lichaamsgewicht en metabolisme. Hierdoor is de ADH niet een precieze richtlijn voor elke persoon, maar eerder een algemene schatting die voor het grootste deel van de bevolking geldt. Om deze reden is er een ruime marge ingebouwd in de ADH, wat betekent dat de aanbevolen hoeveelheden in de meeste gevallen niet precies overeenkomen met de individuele behoeften, maar eerder een veilige schatting bieden.
Verschillende landen kunnen verschillende ADH-normen hanteren. Deze variaties kunnen het gevolg zijn van uiteenlopende eetgewoontes, culturele factoren, of verschillen in de wetenschappelijke benaderingen en methodologieën die worden gebruikt bij het bepalen van de ADH. Ondanks deze verschillen zijn de algemene richtlijnen binnen Europa vrij eenduidig, wat bijdraagt aan een consistente benadering van voedingsadviezen binnen de Europese regio.
Hoe wordt de ADH berekend?
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid wordt bepaald op basis van de gemiddelde behoefte. Dit is de hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof die voldoende is voor 50% van een bevolkingsgroep. De ADH die vervolgens wordt vastgesteld is die gemiddelde behoefte + 2 keer de standaardafwijking. Dit houdt in dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor 97,5% van de bevolkingsgroep opgaat [2][3][4].
Adequate inname
Wanneer er geen ADH kan worden bepaald wordt er gekeken naar een andere voedingsnorm, namelijk de adequate inname (AI). Dit is de laagst bekende hoeveelheid van een voedingsstof die voor vrijwel alle personen in een bepaalde bevolkingsgroep voldoende is om tekorten te voorkomen. Om de AI te bepalen wordt er gebruikgemaakt van beschikbare onderzoeksdata. Gezien deze beperkt zijn wordt de AI vaak hoger vastgesteld dan de daadwerkelijke ondergrens zal zijn [2, 5].
Aanvaardbare bovengrens
De aanvaardbare bovengrens is een andere belangrijke voedingsnorm, en deze geeft aan tot op welke hoeveelheid je niet te veel binnenkrijgt van een stof. Een overschrijding van deze grens kan, op de lange termijn, schadelijk zijn voor de gezondheid. De aanvaardbare bovengrens is dus de hoogste inname waarbij geen schadelijke gezondheidseffecten te verwachten zijn bij langdurige blootstelling.
De aanvaardbare bovengrens wordt bepaald op basis van de zogenaamde NOAEL of de LOAEL. NOAEL staat voor No Observed Adverse Effect Level. In lekentaal: de maximale hoeveelheid van een stof waarbij geen schadelijke effecten optreden. LOAEL staat voor Lowest Observed Adverse Effect Level. Dit is de minimale hoeveelheid van een stof waarbij wél ongewenste effecten zijn vastgesteld. Naast de NOAEL of LOAEL wordt nog een onzekerheidsfactor gehanteerd. Hierdoor ligt de aanvaardbare bovengrens onder de NOAEL of LOAEL [6].
Risico’s van hoog gedoseerde supplementen
Een overschrijding van de aanvaardbare bovengrens kan leiden tot gezondheidsproblemen. Veelal is dit bij langdurig gebruik en niet bij een eenmalige of kortdurende overschrijding. Een uitzondering hierop is vitamine A bij zwangere vrouwen. Hierbij kan een kortdurende overschrijding aan het begin van de zwangerschap schade veroorzaken aan het embryo [5].
Je hoeft gelukkig niet bang te zijn dat je via je voeding te veel vitamines binnenkrijgt. Met uitzondering van vitamine A kun je namelijk alleen een overdosis aan vitamines binnenkrijgen via vitaminepillen, verrijkte voeding en supplementen. Vaak ligt de oorzaak van gezondheidsklachten ten gevolge van een overschrijding van de aanvaardbare bovengrens bij het gebruik van supplementen. Je ziet vaak dat deze hoog gedoseerd zijn waardoor je soms wel 1000% van de ADH binnenkrijgt. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan vitamine B6, die neuropathie (zenuwschade) kan veroorzaken. Lees meer hierover in dit artikel over een hoge dosering van vitamines.