Gefermenteerde voeding ontstaat wanneer cellen worden omgezet of afgebroken door micro-organismen met gunstige bacteriën, gist of schimmels. Dit klinkt misschien heftig of ongebruikelijk, maar je eet waarschijnlijk meer gefermenteerde producten dan je denkt. Yoghurt en bier hebben bijvoorbeeld een fermentatieproces ondergaan om tot hun eindvorm te komen. Maar ook andere producten die je bijna dagelijks eet vallen onder gefermenteerd. Zoals kaas, brood, azijn en wijn. Of denk aan zuurkool, kimchi, tempeh, sojasaus en droge worst. Fermenteren heeft onder andere invloed op de smaak, voedingswaarde en houdbaarheid van een product.
Voorbeelden van fermentatie en gefermenteerde producten
Drink je alcohol, dan nuttig je een gefermenteerd product. Wijn en bier zijn populaire benevelende producten die fermentatie hebben ondergaan dankzij een gist (we besparen je de Latijnse naam hiervan). Deze gistsoort zet suiker om in alcohol en koolzuur. Vandaar de bubbels in je biertje.
Ook zuivelproducten ondergaan een fermentatieproces. De bekendste voorbeelden zijn yoghurt, karnemelk en kaas. Net als bij alcoholische producten wordt hierbij suiker omgezet, maar dan in melkzuur. Echter is hier niet een gist voor verantwoordelijk, maar melkzuurbacteriën.