Dit artikel bevat 6 referenties naar wetenschappelijke onderzoeken.
Auteur: Sportdiëtiste & personal coach
Gepubliceerd: 12 juli 2021
Laatste update: 13 juli 2021
Diabetes, in de volksmond ook wel bekend als suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Deze ontregeling komt door een verstoorde werking van het hormoon insuline. Deze wordt te weinig of niet aangemaakt en/of het lichaam reageert er niet meer goed op.
Wanneer je bepaalde koolhydraten binnenkrijgt, zet het lichaam deze om in glucose, wat in het bloed terechtkomt. Daar noemen we het bloedglucose of bloedsuiker. Via het bloed komt de glucose terecht in de lichaamscellen. Zo levert glucose energie aan het lichaam. Cellen nemen bloedsuikers op met behulp van het hormoon insuline. Dit hormoon wordt in de alvleesklier gemaakt. Normaal zorgt het lichaam dat er genoeg insuline is om de suikers uit het bloed in de cellen te krijgen. Insuline werkt eigenlijk als een sleutel: het opent de deuren van de lichaamscellen zodat de bloedsuiker naar binnen kan gaan. Bij diabetes werkt dit proces niet zoals het zou moeten. Waardoor er te veel suiker in het bloed blijft [1].
Er zijn verschillende varianten van deze ziekte. Hieronder worden de meest voorkomende varianten besproken. Het verschil zit hem vooral in de oorzaak van het ontstaan van de ziekte en de manier waarop de bloedsuikerspiegel ontregeld wordt.
Inhoudsopgave
Diabetes type 1
Diabetes type 1 (DM1) is een auto-immuunziekte. Het afweersysteem valt dan het eigen lichaam aan. In dit geval de cellen die insuline aanmaken. Hierdoor stopt het lichaam met de aanmaak van insuline. Mensen met DM1 moeten daarom zelf insuline inspuiten of toedienen met een insulinepomp.
Oorzaken
Het is nog onduidelijk waardoor diabetes type 1 ontstaat. Het begint met aanleg voor het ontwikkelen van de ziekte, ook als het niet in de familie voorkomt. Het immuunsysteem valt de cellen die insuline aanmaken aan als deze uit evenwicht zijn. Waardoor ze uit evenwicht raken is onbekend. Men denkt dat dit komt door bijvoorbeeld een virus zoals verkoudheid of griepje. Maar ook bepaalde voeding(sstoffen) zoals gluten en koemelk lijken het risico te verhogen. Hier moet nog meer onderzoek naar gedaan worden.
Symptomen
Diabetes type 1 wordt relatief snel ontdekt als iemand klachten ontwikkelt. Al kunnen er voor de diagnose al enkele maanden vage klachten ontstaan. Klachten die vaak voorkomen zijn:
- Veel dorst.
- Veel plassen.
- Afvallen zonder duidelijke reden.
- Ziek en beroerd voelen.
- Veel honger hebben of juist helemaal niet.
- Wazig zien, door beschadigingen aan de vaten in de ogen.
- Misselijk zijn of overgeven.
Herken je een aantal van deze symptomen? Ga dan direct naar de huisarts. Deze kan je bloedsuiker meten. Blijf niet onnodig lang rondlopen met klachten. Zonder behandeling blijven er te veel suikers in het bloed zitten, met schadelijke effecten op de lange termijn. Op de korte termijn kan een te hoge bloedsuiker leiden tot flauwvallen of coma.
Diabetes type 1 kan niet genezen worden. Iemand met deze variant heeft dan ook levenslang behandeling nodig [2].
Diabetes type 2
De meest voorkomende is diabetes type 2 (DM2). 90% van de mensen met diabetes heeft type 2. Zij hebben te weinig insuline in het lichaam en het lichaam reageert daar ook niet meer goed op.
Diabetes type 2 ontstaat doordat lichaamscellen ongevoeliger worden voor insuline. Dit heet insulineresistentie. Door de insulineresistentie nemen de cellen minder bloedsuikers op. Zo stijgt de bloedsuiker steeds meer, waardoor de alvleesklier ook steeds harder moet werken. Op een gegeven moment kan de alvleesklier de vraag naar meer insuline niet aan en raakt uitgeput. Hij maakt dan minder insuline aan.
DM2 heeft een ‘progressief verloop’. Dit betekent dat de functie van de Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier (deze produceert insuline) steeds verder afneemt. Om de diagnose DM2 te kunnen stellen, wordt het bloedglucosegehalte in het bloed bepaald. Bij gezonde personen behoort deze tussen de 4 en 8 mmol/L te zijn. We spreken van DM2 bij:
- een waarde groter dan 6,7 mmol/L of hoger na lang niet eten (nuchter) of
- een waarde groter dan 11.1 mmol/L of hoger twee uur na een maaltijd.
Symptomen
Omdat bij DM2 de bloedsuikerspiegel geleidelijk oploopt, in tegenstelling bij DM1, is het moeilijker te diagnosticeren. De klachten zijn minder acuut en vaak ook minder heftig. Daarom lopen mensen met DM2 al vaak langere tijd met verhoogde bloedsuikers rond, zonder dit te weten. De symptomen van diabetes type 2 komen overeen met die van type 1. Denk aan veel dorst en het hebben van een droge mond. Ook het veel plassen en wazig zien zijn kenmerkende symptomen van suikerziekte. Wat je ziet als de bloedsuiker al langere tijd te hoog is, is dat er ook andere klachten kunnen ontstaan. Zoals slecht genezende wondjes, terugkomende infecties en pijn in de benen bij het lopen.
Oorzaken
De kans op diabetes type 2 hangt af van een aantal factoren. De kans om deze ziekte te ontwikkelen neemt toe:
- Bij overgewicht. Vooral buikvet zorgt voor een grotere kans op diabetes type 2. Door overgewicht kunnen de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline.
- Wanneer iemand weinig beweegt.
- Door ongezonde voeding met veel verzadigd vet en weinig vezels.
- Als een ouder, broer of zus diabetes heeft.
- Als iemand in het verleden zwangerschapsdiabetes heeft gehad of als de moeder zwangerschapsdiabetes had.
- Bij een bepaalde etniciteit. Diabetes type 2 komt vaker voor bij Hindoestanen, Turken en Marokkanen. Ook komt het bij deze groepen vaker op jongere leeftijd voor: al vanaf 35 jaar.
- Bij een hoge bloeddruk, te hoog cholesterolgehalte of bij vetstofwisselingsstoornissen.
- Als je rookt: dat maakt het lichaam minder gevoelig voor insuline.
Veel mensen met DM2 hebben overgewicht en zijn vaak wat ouder. Vandaar dat het in de volksmond ook wel ouderdoms- of overgewichtsdiabetes wordt genoemd. Maar ook jongeren en mensen met een gezond gewicht kunnen type 2 diabetes ontwikkelen. Het is dus zeker niet altijd ‘eigen schuld dikke bult’. Wat vaak wel wordt gedacht.
DM2 kan soms omgekeerd worden door meer te bewegen, af te vallen en/of het volgen van een koolhydraatbeperkt dieet. Dit betekent dat de bloedsuikerspiegel zonder medicijnen binnen de grenswaarden blijft [3].
Prediabetes
Prediabetes is een voorfase van diabetes type 2. In deze fase reageert het lichaam al minder goed op insuline. Hierdoor zijn de bloedsuikerwaarden al iets hoger, maar nog niet zo hoog dat er sprake is van diabetes. Bij prediabetes zijn er vaak nog geen symptomen, maar kan er wel schade ontstaan [4].
Zwangerschapsdiabetes
Deze vorm van diabetes is een tijdelijke soort. Deze gaat direct over na de bevalling. Wel hebben bij zwangerschapsdiabetes zowel het kind als de moeder een hoger risico op het ontwikkelen van DM2.
Tijdens de zwangerschap reageert het lichaam tijdelijk minder goed op insuline. Normaal gesproken maakt het lichaam extra insuline aan om de bloedsuiker goed te houden. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet of niet voldoende. Hierdoor wordt de bloedsuikerspiegel te hoog.
Baby’s van moeders met zwangerschapsdiabetes zijn vaak te groot bij de geboorte. Dit kan de bevalling moeilijker maken. Ook kan de baby een te lage bloedsuiker krijgen na de geboorte. Deze risico’s zijn lager als de bloedsuiker van de moeder goed onder controle blijft tijdens de zwangerschap. Soms kan dit door aanpassingen in de voeding, soms moet de moeder ook insuline toedienen.
De volgende factoren verhogen het risico op zwangerschapsdiabetes:
- Als er al eerder sprake is geweest van zwangerschapsdiabetes.
- Iemand al eerder een zware baby (meer dan 4500 gram) heeft gekregen.
- Indien er sprake is van overgewicht voor de zwangerschap.
- Als de vader, moeder, broer of zus van de zwangere diabetes type 2 heeft.
- Een Hindoestaanse, Arabische of Noord-Afrikaanse afkomst.
- PCOS.
Vrouwen met een extra risico op zwangerschapsdiabetes krijgen vaak een bloedonderzoek om te kijken of de bloedsuiker te hoog is. [5]
Minder voorkomende varianten
Naast de eerdergenoemde varianten zijn er ook een aantal vormen van diabetes die minder bekend zijn en minder vaak voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn MODY, LADA, CFRD, MIDD, Neonatale diabetes, Diabetes insipidus, Diabetes type 3 en type 3c. Wil je meer informatie over deze varianten van diabetes? Kijk dan op de website van het Diabetes Fonds . [6]